04 februari 2006

Veldtechnieken Vogels

Ik dacht dat ik deze morgen als eerste aan het Natuurvriendenhuis op Linkeroever was aangekomen (op de voet gevolgd door Annie & Ann & An (wat een combinatie!), maar Chantal Alenus en Stella waren er al om het lokaal op te warmen en de presentatie klaar te zetten. Druppelsgewijs kwamen ook de andere cursisten aangewandeld of -gereden.

Eerst mochten we op de Scheldedijk naar een paar vogels gaan kijken, en we moesten vooral letten op (bijzondere) kenmerken. De ene soort had een geel achterste, en de andere soort leek wel wat op een wilde eend (het vrouwtje), maar dan met een opvallend witte spiegel. Het ging hem niet zozeer om de namen, dan wel over het plezier van het kijken. En uit de reacties kon Chantal zich een beeld vormen van de groep: een aantal gevorderden, maar ook een hoop beginners.

Binnen in het lokaal (wat maar net groot genoeg bleek), kregen we een supersnelle presentatie over hoe we naar vogels moeten kijken, en ook hoe we dat als natuurgids moeten doorgeven aan onze wandelaars. De gevorderden in de groep moesten hun mond houden (en mochten niet de naam van de vogel er ineens uitflappen, want dan hebben de beginners er niets meer aan). Chantal had ook een aantal vogelboeken bij, en we luisterden naar de pluspunten en de minpunten van de verschillende vogelgidsen. We kregen 2 houten vogels (de ene was meer een kunstvoorwerp dan de andere, waardoor bepaalde opvallende kenmerken verloren gingen), en wij mochten met behulp de vogelgidsen bepalen welke vogels het waren. Daarna mochten we ook nog enkele vogels uit de presentatie opzoeken.

Daarna was het tijd om naar de Blokkersdijk te rijden. In een lange colonne reden we er met de auto naartoe. De schuilhut was maar amper groot genoeg om iedereen te herbergen. Allemaal tegelijkertijd kijken, zat er niet in. Er waren 3 telescopen die goed gebruikt zijn, om bepaalde kenmerken te kunnen zien, die met de verrekijker niet meer te zien waren.
Zoals wel meer voorkomt als je vogels vanuit een schuilhut gaat bekijken, zaten ook hier de vogels zo ver mogelijk van de schuilhut, aan de andere kant van de plas. Desondanks hebben we toch wat vogels kunnen determineren. Smient, zwaan, Canadese gans, ekster, kokmeeuw, ... vooral de duikeenden waren moeilijk te determineren. Als ze onder water waren gedoken, moest je wachten; en als ze terug boven kwamen, moest je eerst zoeken wáár vooraleer je andere kenmerken kon gaan zoeken, en als je pech had waren ze al terug ondergedoken voordat je iets meer kon zien. Maar we hebben ze goed kunnen determineren als brilduikers.

Ik heb mezelf nooit beschouwd als een gevorderde, maar ik ben ook geen beginner. Want iedere keer leer ik weer wat bij en zie ik vogels die ik nooit eerder zag, zoals de smient en de brilduiker...

PS - Helaas geen foto's deze keer, want ik was mijn camera thuis vergeten... :-(

Geen opmerkingen: